maandag 28 mei 2018

Frans Pintens krijgt na 104 jaar eindelijk eigen graf.

Militaire begraafplaats van De Panne (foto: V. Caremans)
Drie Belgische soldaten
Voorlopig liggen deze vier zerken op de militaire begraafplaats van De Panne er nog naamloos bij, maar op 1 juli krijgen vier Belgische gesneuvelden van de Groote Oorlog na 104 jaar eindelijk een eigen graf. Een graf zal anoniem blijven.
De ontdekking van drie van hen dateert van juni 2016. Bij archeologische opgravingen naar Middeleeuws Diksmuide op de rechteroever van de IJzer, ontdekken archeologen de lichamen van vier soldaten. Drie van hen lagen in één kuil. De uniformknopen die erbij gevonden werden, maakten duidelijk dat het om drie Belgen ging van het 12de Linieregiment.
Uniformknopen (foto Rudy Baert)
De andere voorwerpen (parfumflesje, kam, pijpen, pistool...) leverden geen verdere aanwijzingen.
De ligging van het graf is van cruciaal belang voor een mogelijke identificatie. Het dateert van de periode dat Diksmuide werd verdedigd tegen het Duitse leger. We spreken dan van de korte periode tussen 16 oktober en 10 november 1914. Daarna namen de Duitsers Diksmuide in. De vierde soldaat bleek een Fransman. Hij werd intussen herbegraven op de begraafplaats van Saint-Charles de Potyze in Ieper. Omdat het al van 1975 geleden was dat er nog Belgische gesneuvelden werden teruggevonden, en omdat het aantal vermisten in dit geval tot een 30-tal beperkt was, beslisten de onderzoekers alles op alles te zetten om tot een identificatie te komen. Archiefonderzoek leverde drie namen op: Pintens, Jacquet en Destrer.
De namen van Pintens en Jacquet werden gevonden, Destrer niet. Maar er stond wel een Dethier op de lijst, en men ging daarmee aan de slag. Om definitief uitsluitsel te hebben over de identiteit van de soldaten zou men ook op zoek gaan naar nakomelingen om  DNA stalen te kunnen vergelijken.

Voor Pintens werd de hulp van het district Hoboken ingeroepen. Vorig jaar plaatsten wij een oproep op deze blog en vervolgens ook op onze facebookpagina.

Frans Pintens
Petrus Franciscus Emmanuel Pintens, met roepnaam "Frans", werd geboren te Mortsel op 5 mei 1890 als zoon van Jean Louis Pintens en Louisa Weehuysen.  Op jonge leeftijd verhuisde hij  met zijn ouders naar Hoboken.
Hobooksch Frontblaadje maart 1917
Zijn soldatendossier hebben we niet gevonden, maar wellicht vervulde hij zijn militaire dienst in 1910/1911. Hij diende als Soldaat Tweede Klasse in het 12deLinieregiment, toen nog gelegen in Luik.  Het is ook mogelijk dat hij dienst deed in Lier, waar het regimentsdepot was ondergebracht. Wellicht leert hij in die periode Louisa Claessens kennen en op 29 september 1911 wordt Constantia Josephina geboren.  Zij was een "voorkind" en werd dus ingeschreven op de naam van de moeder. Toen Frans na zijn legerdienst huwde met  Louisa, kreeg Josephina haar vaders naam. Zij overleed al in 1933, zonder nakomelingen.

Aan de IJzer
Bij de mobilisatie in 1914 werd ook Frans opgeroepen. Het 12de Linieregiment werd eerst ingezet in Luik. Na de val van de forten aldaar, trok het leger zich terug in het Nationaal Reduit Antwerpen. Na de val van de forten en het Reduit Antwerpen belandde hij aan de IJzer.
Frans Pintens (foto privéverzameling)
In een loopgraaf aan de rand van het centrum van de stad Diksmuide, op de rechteroever van de IJzer, op 300 m van de oude begraafplaats, wachtten de soldaten van de 12de linie op de vijand.  Om 6 uur van de 24ste oktober begon de beschieting van de loopgraven. De posities waren onmogelijk houdbaar en de Bataljonscommandant Collyns gaf bevel tot terugtrekking. Zijn order werd evenwel kort daarna herroepen door de regimentscommandant Kolonel Jacques. De soldaten moesten terug naar de loopgraven in volle daglicht. Op 24 oktober 1914 stierf Frans nauwelijks 24 jaar oud. Om 18 uur gaf compagniecommandant Cogneaux, bevel hem te begraven samen met soldaat Jacquet en soldaat  Dethier van de nabijgelegen compagnie. Voor 102 jaar werd het "tijdelijke" graf gesloten.
Verslag over de acties van het 12de Linieregiment op 24 oktober 1914
Bij gebrek aan een lichaam werd zijn dood vastgesteld door de rechtbank van Eerste aanleg van Antwerpen.
Louisa Claessens huwde opnieuw met Theophiel (Theo) Van den Wyngaert (°26/09/1897) op 15/03/1924.  Louisa overleefde ook haar tweede echtgenoot. Hij stierf op 27/11/1944. Louisa overleed  op 02/01/1988. 

Identificatie
De dochter van Pintens stierf jong en kinderloos, dus die afstamming leverde niets op. Bovendien is het bij DNA onderzoek belangrijk een vrouwelijke afstammingslijn te kunnen volgen. Het mitochondriaal DNA wordt door de moeder via de eicel doorgegeven aan haar kinderen. Dochters geven het door aan hun dochters enz. Zonen geven het niet door.  Uiteindelijk werd de kleindochter van een nicht van Frans bereid gevonden een DNA staal te leveren. Zij wenst evenwel onbekend te blijven. De identificatie was positief.

Ook Gerard  Josephe Dethier kon via DNA onderzoek geïdentificeerd worden. Hij werd geboren in Villers L'Evêque op 4 november 1888 als zoon van Guillaume en Marie Julienne Felicite Capelle. Hij verhuisde met zijn ouders naar Dalhem waar zij een boerderij uitbaatten. Van hem is er een militair dossier, maar dat staat bol van de fouten en tegenstrijdigheden. Zeker is dat hij van 4 augustus tot 24 oktober dienst deed als soldaat 2de klasse bij het 12de Linieregiment.
Gerard Josephe Dethier (foto privéverzameling)
Félix Alphonse Jacquet had geen nakomelingen. Hij werd geboren te Luik op 30 maart 1893 als zoon van Félix Leopold Gerard en Marie Thérèse Alphonsine Binet. Hij verhuisde met zijn ouders naar Ougrée (Seraing). Er is geen verdere familie bekend. Maar gezien de twee positieve identificaties en de uitdrukkelijke vermelding van Jacquet in de verslag, mag aangenomen worden dat hij wel degelijk de derde soldaat is.

Het vierde graf
In september/oktober 2016 werden de stoffelijke resten van nog eens drie soldaten gevonden in Kaaskerke op de linkeroever van de IJzer. Hier betrof het één Belg van het 11de Linieregiment en twee Fransen. Het 11de Linieregiment telt evenwel teveel vermisten in dit gebied zodat het onmogelijk is een identificatie-onderzoek op te starten. 

Herbegraving
Op 1 juli worden de vier Belgische soldaten begraven op de militaire begraafplaats van De Panne, die dan dag op dag 100 jaar bestaat. Er bevinden zich momenteel 3741 graven.
De kisten zullen met een replica van een ambulance Ford-T overgebracht worden van Diksmuide naar De Panne. Omdat op de vindplaats inmiddels gebouwd wordt, zal men vertrekken aan de Dodengang om 11 uur. In de namiddag vindt dan de herbegraving met kransleggingen en muzikale omlijsting plaats.
Ambulance Ford-T

Franky Bostyn (War Heritage Institute)
(foto V. Caremans)
Luitenant-Kolonel Rudy Baert (WHI)
(foto V. Caremans)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten