maandag 4 maart 2013

De Restauratie. Het Congres van Wenen.


De Brialmontforten rond Antwerpen werden gebouwd tussen 1859 en 1865. Om een goed begrip te krijgen van de ontstaansgeschiedenis van dit verdedigingssysteem van België, moeten wij ons verhaal veel vroeger beginnen, nog voor er van een onafhankelijk België sprake was.  
We hadden het al eerder over de Belgische onafhankelijkheid. In deze bijdrage gaan we nog enkele jaren verder terug in de tijd. 

Het Congres van Wenen

Na de nederlaag van Napoleon bij Leipzig en zijn verbanning naar Elba riep de Oostenrijkse prins Metternich een congres bijeen te Wenen dat moest zorgen voor een nieuwe Europese orde. Grote delen van Europa waren na 1792 geannexeerd bij Frankrijk of stonden onder Franse invloed omdat Napoleon er een familielid op de troon had gezet.

De gesprekken startten op 8 september 1814. De belangrijkste deelnemende landen waren Groot-Brittannië, Pruisen, Rusland en Oostenrijk, maar ook Frankrijk.  De inrichters vonden dit noodzakelijk om de stabiliteit in Europa voor de toekomst te waarborgen.

Bedoeling van het Congres

Het Congres wou in de meeste landen de vorstelijke macht restaureren en het door Frankrijk verstoorde machtsevenwicht herstellen. De grens van Frankrijk werd teruggedrongen tot de grens van 1792. Verdwenen staten werden opnieuw opgericht. Zo o.m. de Pauselijke Staten. Vroegere machthebbers kregen hun troon terug volgens het legitimiteitprincipe: de voormalige verdreven vorsten, werden gerehabiliteerd als legitieme heersers. De Bourbons namen de tronen van Frankrijk en Spanje weer in, het Huis Bragança kwam  in Portugal aan de macht en de Oranje-Nassaus werden aangesteld  over Nederland, hoewel zij daar voorheen nooit een vorstelijke positie hadden bekleed. Het Heilig Roomse Rijk was de grote uitzondering. Dat hield definitief op te bestaan. 
Van vernieuwing was geen sprake. Van zodra ze opnieuw aan de macht waren, wilden de vroegere heersers de ideeën van de Franse Revolutie over boord gooien en terugkeren naar het Ancien Regime.
Uiteraard botste dit met het principe van de volkssoevereiniteit uit de Verlichting en de Franse Revolutie.
Op administratief vlak bleef wel één en ander overeind.  Het kadaster en Rekenhof bleven bestaan evenals het  Burgerlijk wetboek, de zogeheten Code Napoleon. Ook de bestuurlijke indeling in provincies, arrondissementen, kantons en gemeenten bleef behouden.

Het machtsevenwicht in Europa moest hersteld worden. De grenzen van Europa werden opnieuw getekend. Dat ging gepaard met heel wat problemen. Staten, die onder Napoleons heerschappij een gebiedsuitbreiding hadden bekomen, waren er tegen dat hun bezittingen zouden afgenomen worden. Tegelijk drongen de landen die door Napoleon gebiedsverlies hadden geleden erop aan dat ze hun gebieden zouden terugkrijgen.
De strijd ging vooral over Polen, waar Rusland een oog had op laten vallen en over de Pruisische aanspraak op Saksen.

De onderhandelingen schoten niet op. Het congres dreigde uiteen te vallen en nu en dan dreigden gewapende conflicten.


Om te verhinderen dat Frankrijk opnieuw een expansieoorlog zou beginnen, werd het land omringd door redelijk sterke autonome bufferstaten. Daartoe werd uiteindelijk ook het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gesticht door samenvoeging van de noordelijke zeven provinciën met delen van de vroegere Habsburgse Zuidelijke Nederlanden. Om dit gebied te verdedigen werden de vroegere barrièresteden in ere hersteld.





Hoe de buitenwereld het congres zag. Van links naar rechts:  Talleyrand (Frankrijk), Castlereagh (Groot-Brittannië), 
Frans I (Oostenrijk), Alexander (Rusland), Frederik Willem III (Pruisen), Frederik August  (Saksen), de republiek Genua

Het congres loopt niet, het danst
De gezanten met hun entourage van raadgevers en bedienden vormden een bont gezelschap van enkele duizenden personen, waarbij de Oostenrijkers erop toezagen dat hun hoge gasten niets tekort kwamen tijdens hun verblijf in Wenen. De vele bals en partijen ontlokten Charles-Joseph van Ligne de opmerking: “Het Congres loopt niet, het danst!"

Vele waarnemers van het Congres beklaagden zich over het heersende immobilisme. Velen kwamen ook onder de indruk van de tentoongespreide pracht en grandeur. De algemene secretaris Friedrich von Gentz beschreef dit gebeuren zeer beeldend in een brief van 27 september 1814 maar beklaagde er zich ook over dat er weinig vooruitgang geboekt werd:

"De stad Wenen biedt tegenwoordig een verrassende aanblik: alles wat Europa aan hoogstaande personen te bieden heeft, is hier op uitstekende wijze vertegenwoordigd. De keizer, de keizerin, en de grootvorstinnen van Rusland, de koning van Pruisen en meerdere prinsen van zijn hof, de koning van Denemarken, de koning en de kroonprins van Beieren, de koning en de kroonprins van Württemberg, de hertog en de prinsen van de vorstenhuizen van Mecklenburg, Saksen-Weimar, Saksen-Coburg, Hessen,… de helft van de voormalige rijksvorsten en rijksgraven en uiteindelijk het enorme aantal gemachtigden over grote en kleine Europese mogendheden – dit alles veroorzaakt een beweging en zo’n verscheidenheid aan taferelen en interesses, dat alleen dit buitengewoon tijdperk, waarin wij leven, iets dergelijks kon voortbrengen. De politieke aangelegenheden, die de achtergrond van dit tafereel vormen, hebben daarentegen nog geen echte vooruitgang gebracht.”

“Die Stadt Wien bietet gegenwärtig einen überraschenden Anblick dar; alles was Europa an erlauchten Persönlichkeiten umfasst ist hier in hervorragender Weise vertreten. Der Kaiser, die Kaiserin und die Großfürstinnen von Rußland, der König von Preußen und mehrere Prinzen seines Hauses, der König von Dänemark, der König und der Kronprinz von Bayern, der König und der Kronprinz von Württemberg, der Herzog und die Prinzen der Fürstenhäuser von Mecklenburg, Sachsen-Weimar, Sachsen-Coburg, Hessen usw., die Hälfte der früheren Reichsfürsten und Reichsgrafen, endlich die Unzahl von Bevollmächtigten der großen und kleinen Mächte von Europa - dies alles erzeugt eine Bewegung und eine solche Verschiedenheit von Bildern und Interessen, dass nur die außerordentliche Epoche, in der wir leben, etwas Ähnliches hervorbringen konnte. Die politischen Angelegenheiten, welche den Hintergrund dieses Bildes sind, haben indessen noch keinen wirklichen Fortschritt gebracht."


Von Gentz (1764-1832) was tijdens het congres een raadgever van de Oostenrijker Metternich. 

Cent-Jours
Het congres was nog volop aan de gang toen op 26 februari 1815  Napoleon Elba ontvluchtte. Op 1 maart arriveerde hij met een legertje van 800 man in de Franse havenstad Cannes. Snel trok hij met zijn persoonlijke garde op naar het noorden, richting Parijs. Op 20 maart zetelde hij weer in zijn keizerlijk paleis.
Na de verbanning van Napoleon naar het eiland Elba hadden de geallieerden hun legers teruggetrokken naar de zuidelijke Nederlanden. Daar maakten Wellington, Blücher en de Prins van Oranje zich nu op voor een nieuwe confrontatie en rukten op richting Frankrijk. Napoleon wilde zijn vroegere keizerrijk heroveren, en wel zo snel mogelijk. Hij mobiliseerde in twee maanden tijd een leger van 200.000 manschappen en trok met 120.000 daarvan naar de Frans-Belgische grens. Op 14 juni stak hij die over. De slag bij Waterloo op 18 juni 1815 betekende definitief het einde van Napoleon. Hij werd opnieuw opgepakt en verbannen naar het Britse eiland Sint –Helena in de Atlantische Oceaan. Daar overleed hij in 1821.

Gedwongen samenwerking tussen de Europese vorsten
Aan de uitkomst van het Congres veranderde er niets. Na Waterloo begon men met de uitvoering van de congresbesluiten.
Geen enkel land mocht een agressieve buitenlandse politiek voeren of zware politieke veranderingen op binnenlands vlak doorvoeren.
Bij het hertekenen van de grenzen hield men geen rekening met de rechten van de volkeren.  Maar de ideeën van volkssoevereiniteit, scheiding van de machten en mensenrechten waren wel degelijk doorgedrongen bij heel wat burgers. Die wilden dan ook inspraak of een eigen staat. Er ontstonden nieuwe revolutionaire stromingen: liberalisme en nationalisme.
Deze dreigingen dwongen de Europese machthebbers tot afspraken en samenwerking.
Vier grootmachten vormden daarom de Heilige Alliantie: Groot-Brittannië, Rusland, Oostenrijk en Pruisen. In 1818 sloot Frankrijk zich aan bij dit verbond dat men vanaf dan de Grote Alliantie noemde. Omwille van de voelbare revolutionaire sfeer verschoof het accent naar het bedwingen van eventuele opstanden.

Ondanks de Grote Alliantie werd Frankrijk haast de gehele 19de eeuw beschouwd als de te duchten vijand. Zowel het verdedigingssysteem dat in 1815 in de Nederlanden werd toegepast, als de plannen die volgden na 1830, waren op een mogelijke aanval vanuit Frankrijk berekend.  Tot het midden van de 19de eeuw bleef het enkel bij plannen. Toen kwam Brialmont en werden de plannen ook effectief uitgevoerd. Het duurde echter niet lang voor men merkte dat de oosterbuur van België wel eens voor problemen zou kunnen zorgen.


Bibliografie
DENECKERE, G. Leopold I. De eerste koning van Europa. Antwerpen, 2011.
FALTER, R. België. Een geschiedenis zonder land. Antwerpen, 2012.
WITTE, E., J.-P. NANDRIN, E. GUBIN en G. DENECKERE, Nieuwe geschiedenis van België, deel I: 1830 – 1905. Tielt, 2005.
ZAMOYSKI, Adam – De ondergang van Napoleon en het Congres van Wenen.
(Oorspronkelijke titel: Rites of Peace. The Fall of Napoleon & The Congress of Vienna. Uitgegeven door Harper Press, UK, 2007), 4de druk, Amsterdam, 2011.


Vera Caremans
© 2013 

1 opmerking:

  1. Zeer nuttig allen denk ik dat de foto met de mensen niet klopt. In mijn cursus staat er (van rechts naar links): Frankrijk, Rusland, Pruisen, Engeland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en republiek Genua.

    BeantwoordenVerwijderen